Pauwel
(be)

De ongekroonde prins van de lo-fi indie est de retour: Pauwel, voorheen Pauwel De Meyer, verbant zijn demonen met rusteloze gitaarsongs: eerlijk bitter, omhuld door een warme gloed van authenticiteit. 

Zo’n tien jaar geleden kwam Pauwel De Meyer in ons vizier (in 2011 op het 4AD-podium met Grant Hart). Een weemoedig singer-songwriter met een geblokletterde DIY-attitude, die op zijn 23e al een E.P., twee albums en een tour met Devendra Banhart achter zich had. Met zijn antifolk maakte hij zich lid van de familie van beautiful losers als Banhart, Daniel Johnston of Elliot Smith. Altijd puur, altijd vertrekkend vanuit zijn eigen leven bouwde Pauwel De Meyer met vallen en opstaan aan zijn songschrijverspad.

Maar het in zichzelf wroeten werd Pauwel De Meyer te veel, te pijnlijk en hij zette een punt achter zijn muziek. Persoonlijke tegenslagen en een daarmee gepaard gaande identiteitscrisis later, besluit hij de draad terug op te pakken. In oktober 2020 kwam hij terug met de single ‘Waves’ waarvoor niemand minder dan Aaron Embry, de toetsenist van Elliott Smith, achter de piano dook. En Pauwel De Meyer werd Pauwel, de full band een trio met Koen De Gendt (Jan Verstraeten) en Sander Smeets (The Calicos). De muziek? Die blijft klinken zoals ervoor, gelukkig maar. Lofi folkpop, steeds voortvloeiend uit zijn eigen leven en persoonlijke verontwaardiging (niets is taboe bij Pauwel), met een ontroerende eerlijkheid, gestut op zijn timide kwetsbare stem. Zijn jongste EP (Unday Records) bevat tijdloze, betere songs dan voorheen, balancerend op de grens tussen kinderlijke  naïviteit en volwassen rust, en klinken warmer en ‘schoonder’. Een vleugje Cate le Bon, maar nog steeds vintage Pauwel.

I quit dreaming for a while, I felt the love turn into hate’ zingt Pauwel in 4AD-favoriet ‘July’. We zijn maar wat gelukkig dat Pauwel zijn muzikale dromen terug omarmt heeft, en we er in de Blankaart even deel van mogen uit maken.